Amor Fati

2017-2020

Marmer
Tinos Green
Hoog: 100 cm

Op onze zeilreizen langs Ierland, Schotland, Noorwegen, Zweden, Denemarken zijn we steeds op zoek gegaan naar rotstekeningen. Deze bijzondere (kunst?-) uitingen van mensen uit de bronstijd intrigeren door hun beeldende kracht. Veel is al onderzocht om hun betekenis te achterhalen. Waren ze bezig met spiritualiteit? Of zaten ze in het avondzonnetje gewoon lekker in de steen te krassen? Boeiend is altijd weer de locatiekeuze met als uitgangspunten: zicht op zee, de aanwezigheid van natuurlijk stromend water over de steen en strijklicht van de avond- of ochtendzon waardoor de in steen gekraste afbeeldingen beter zichtbaar worden.

Opvallend vaak worden schepen afgebeeld, hieronder heb ik enkele voorbeelden weergegeven.

De opvatting dat deze schepen dienden om de zon te begeleiden in zijn rondgang wordt door meerdere onderzoekers onderbouwd met soortgelijke afbeeldingen op bronzen voorwerpen, met name scheermessen. De afbeeldingen zouden dan een rituele betekenis hebben.

Als zeiler gefocust op boten en varen, als beeldhouwer geïntrigeerd door deze oeroude rock-carvings vraag ik me af hoe de in profiel afgebeelde boten er driedimensionaal uitgezien hebben, mijn eerste inspiratie om dit beeld te maken. Niet om een reconstructie te maken, dan had ik hout als materiaal moeten kiezen, het gaat erom hoe ik mijn eigen dromen in steen verbeeld.

Op de boten uit de bronstijd zijn soms menselijke figuren aangegeven, als eenvoudige verticale streepjes of ook meer gedetailleerd, herkenbaar als mensen.

De mens op mijn boot moet “de mens” verbeelden, dus niet man of vrouw. Het is liggend  aangebracht om eenheid met de steen te vormen. Hierdoor is associatie met de doden-schepen van de Egyptenaren onvermijdelijk. De overleden mens die op een papyrusboot het water opgestuurd werd en verbrand. Vuur, aarde, water, lucht, spiritualiteit. Dante laat alle zielen van de doden per schip over het water vervoeren naar de hemel of de hel, zoals ook Charon de doden per boot overzette over de Styx.              

De steen is een groen Grieks marmer, afkomstig van het cycladeneiland Tinos. Tinos, waar de Panagia Evangelistria een van de belangrijkste bedevaartskerken voor de Grieks-orthodoxen is. Nog geen 15 mijl verder is het rondzwervend eiland Delos, de navel van de wereld, door Zeus met een zilveren ketting aan de grond vastgelegd om Leto rustig te laten bevallen van Apollo en Artemis.

Het groene en witte marmer van Tinos was in de oudheid befaamd. De beeldhouwer Phidias (begin vijfde eeuw voor Christus) kwam voor dit marmer naar Tinos. Het witte marmer gebruikte hij voor beeldhouwwerken op de Akropolis in Athene. Het aan Phidias toegeschreven bronzen beeld van de godin wordt in het Louvre dan ook tentoongesteld tegen een achtergrond van het groene marmer van Tinos.

Amor Fati, het heeft zo moeten zijn. Het lot omarmen houdt ook de worsteling met de materie in. Ik kon geen toepasselijker tekst vinden dan een citaat van Nietzsche uit Also Sprach Zarathustra:

Hier staat de schuit —
misschien steekt zij over naar het grote ‘niets’—
Maar wie zal er op dit ‘misschien’ willen inschepen?

Het ’niets’: ons onontkoombare oneindige droomland